De meeste spirituele leraren benadrukken het belang van compassie in menselijke groeiprocessen. Maar hoe kom je bij compassie als je vol zit met oordeel? Hoe kan het hart zich openen, waar het gesloten is geraakt door oordeel? Dit was het thema van het eerste weekend in een serie van 9 enneagram-weekends over Persoonlijk Meesterschap, dat ik samen met co-trainer Josien van Iersel onlangs vanuit Enneagram Nederland heb gegeven.

Oordeel leidt tot allerlei emotionele reacties

schaamte 01‘Oordeel’ heeft een negatieve klank. Als je oordeel naar je toe krijgt voelt dat vaak naar, scherp, onaangenaam. Je kunt het gevoel krijgen dat jouw manier van zijn, van spreken, denken, handelen, voelen, niet goed is. Je gaat twijfelen of je goed genoeg bent, of jouw manier van zijn recht heeft van bestaan.

Je kunt daar allerlei reactie op hebben. Je kunt boos worden en de ander die jou dat nare gevoel geeft veroordelen. De tegenaanval lijkt dan de beste verdediging. Of je trekt je terug in een gevoel van onmacht en hulpeloosheid, of van verdriet. In alle gevallen wil je eigenlijk de pijn van het oordeel niet voelen, het is te naar.

Oordeel van anderen grijpt aan op zelfoordeel

In zo’n situatie denk je waarschijnlijk dat de ander jou dat gevoel geeft. Maar in feite krijg je dat nare gevoel omdat je gelooft dat het waar is wat de ander over jou zegt. Je gaat mee in het oordeel van de ander. Je vindt jezelf waardeloos, niet goed genoeg, een watje of juist te sterk etc. Je veroordeelt jezelf.

Ga maar na: als jij zelf gelooft dat je waardevol bent en helemaal okay, wat kan een negatief oordeel van een ander over jou dan nog uitrichten? Vanuit die positie slaat het oordeel van de ander nergens op. Je bent hoogstens verbaasd, verwonderd en je vraagt je af wat er met die ander aan de hand is. De ander moet wel ongelukkig zijn of innerlijk gewond om zulke nare dingen over jou te zeggen! Het oordeel zegt in ieder geval niets over jou!

Je voelt je klein als het kind dat je ooit bent geweest

Als je het zelfoordeel onderzoekt kun je misschien twee identiteiten gewaar worden. De eerste kun je herkennen door een gevoel van kleinheid: je voelt je wat in elkaar gekrompen, kleiner dan je gewend bent, je voelt je onzeker, niet helemaal in je volwassen zelf. Vaak kom je niet goed uit je woorden, je voelt je emotioneler dan normaal. Het klopt dat je je klein voelt: je valt hier samen met een kind dat je ooit was. Je identiteit is verschoven naar een innerlijk kind. Dat voelt ongemakkelijk, want je wilt dit kind helemaal niet zijn!

Je bent je eigen innerlijke criticus

rechter 01De andere identiteit is die van degene die oordeelt. Het kan zijn dat je vanuit die positie jezelf veroordeelt. Je zegt dan bv. tegen jezelf: “Hoe kun je nou zo dom zijn!”, “Had beter uit je doppen gekeken!”, “Heb je je weer in de nesten gewerkt!”, “Leer je het nou nooit?” Je kunt dit voelen als boosheid op dat andere deel van jezelf dat zo hulpeloos en onzeker is. Dit is de positie van de ‘innerlijke criticus’ in jou, van de ‘innerlijke rechter’ of het ‘superego’. Sommigen ervaren dit als een ‘innerlijke tiran’.
Het kan ook zijn dat je deze positie projecteert op degene die jou veroordeelt. Die wordt dan jouw ‘uiterlijke’ criticus, rechter of superego.

Veel innerlijk werk rond zelfoordeel richt zich op het leren omgaan met deze innerlijke criticus. Je gaat dan bv. zien dat die superego-boodschappen de in jezelf opgenomen waarschuwingen van je ouders zijn. En je leert je los te maken van die stemmen.

Het zelfoordeel: ik ben niet goed genoeg

In het enneagram-weekend over Persoonlijk Meesterschap hebben we ons gericht op de andere pool, nl. van het innerlijke kind. Dit kind laat zien hoe het de stemmen van de ouders niet alleen in zich heeft opgenomen als waarschuwingen. Het is ongelooflijk handig om als kind een innerlijke stem bij de hand te hebben die zegt: “Ik ben stout als ik de straat oversteek!” Als je als kind iets doet wat je ouder als “stout!” benoemt, interpreteer je die boodschap echter ook als “ík ben stout, ík ben niet lief, niet goed, niet goed genoeg” in de ogen van je moeder of andere verzorgende volwassene…

In je opvoeding heb je heel vaak te horen gekregen wat in jou wel mocht bestaan en wat in jou niet werd getolereerd. Wat in jou wel mocht bestaan heb je ontwikkeld. Rond wat niet mocht bestaan hangt vaak een sfeer van verdriet omdat je daarin niet gewaardeerd werd in wie je was. Dat kan een intens gevoel van eenzaamheid oproepen, van pijnlijkheid, boosheid etc. Als dit gevoel in het heden door oordeel van een ander wordt aangeraakt, kan die hele sfeer van pijnlijkheid weer in je naar boven komen. Je voelt je ineens weer als het kind dat je ooit was en dat niet volledig mocht bestaan.

Compassie voor het innerlijke kind in jezelf

compassie 01Als je wilt kun je in jezelf onderzoeken hoe dit innerlijke kind ervoor staat. Zoom vanuit de positie van de volwassene die je bent maar in op dit kind. Zie het kind dat je ooit was vóór je. Zie het in haar/zijn/jouw eenzaamheid, in het niet gezien zijn in haar/zijn/jouw goedheid. Zie het verdriet, de boosheid, of wat voor emotionele sfeer dit kind met zich meedraagt. Laat je hart erdoor raken. En voel wat dit invoelen doet met je hart.

Grote kans dat je hart zich dan voor dit innerlijke kind opent. Misschien voel je die openheid en ga je warmte voor dit kind voelen, misschien voel je liefde en zorg. Je kunt compassie gaan voelen op de plek waar je eerder het oordeel naar jezelf toe voelde.

Zo kan zelfoordeel transformeren naar compassie. Compassie is voelbaar als mildheid naar dat deel van jou dat in het verleden niet mocht bestaan en dat in het heden nog steeds door oordeel van anderen van slag kan raken. Daarom is de boodschap van spirituele leraren van alle tijden: Wees mild voor jezelf, behandel jezelf met liefde. Er zijn delen in jezelf die dat heel hard nodig hebben!

En … soms heeft je hart meer tijd nodig om zich te openen. Als je merkt dat je daar een oordeel over hebt, herinner je dan dat je mild naar jezelf toe kunt zijn.

© Chris Elzinga
Haarlem, 25 maart 2016