Heb jij ook last van je ego? Het is reactief, het houdt je vast in gedragspatronen waar je hinder van hebt etc. Wat is dat ego, als wij mensen ziel zijn, ruimte, open bewustzijn? En hoe kun je op een vruchtbare manier met dat ego omgaan?

Vanuit zelfbeelden ben je wie je denkt te zijn

In de gangbare psychologie wordt onder het ‘ego’ het vermogen verstaan om ervaringen tot een betekenisvolle geheel te integreren. Door dit vermogen ontstaat bij de meeste mensen in de vroege kinderjaren een redelijk eenduidig zelfbesef. Kern van dit zelfbesef is een samenhangend geheel van zelfbeelden, die op hun beurt weer je identiteit bepalen. Dat is wat je als ‘ik’ ervaart . Dit zelfbesef is heel nuttig om goed te kunnen functioneren in de wereld.

Spirituele leringen beamen dat wat je als ‘ik’ ervaart bestaat uit (zelf-)beelden. Zij wijzen er echter op dat die beelden nooit overeen kunnen komen met wie je werkelijk bent. De meeste mensen hebben een bepaald beeld van zichzelf en denken dat ze dat beeld zijn, maar dat klopt dus niet. In werkelijkheid ben je veel meer dan dat.

Vanuit dit gezichtspunt is ego-activiteit te zien als de voortdurende innerlijke activiteit om zelfbeelden in stand te houden. Je doet er onbewust alles aan om te blijven geloven in wie je denkt te zijn. Je kunt die activiteit bijvoorbeeld in meditatie waarnemen. Je kunt dan zien dat vrijwel alle gedachten betrekking hebben op ‘ik’. In feite houden die gedachten je besef van ‘ik’ in stand doordat ze je er steeds maar weer aan herinneren wie en wat dit ‘ik’ is. Zo creëer je voortdurend dat besef van wie je denkt te zijn.

Als zelfbeelden wegvallen

Wat gebeurt er als die ego-activiteit stopt? Je kunt dan verschillende dingen ervaren.
Eén ervaring is, dat je merkt dat er een gevoel van rustige ruimte ontstaat. Dat komt vaak voor tijdens meditaties. Gedachten kunnen in je opkomen, maar die neem je waar als vormen in die ruimte. Je kunt ervoor kiezen op die vormen in te zoomen, of niet. Dit alles neem je waar vanuit een soort van getuige-positie, alsof je die gedachten vanaf een afstand waarneemt. Het bijzondere van die positie is, dat je daarin een grote objectiviteit ervaart.  Vanuit die positie heb je geen ‘ik’-belang. Als deze getuige ben je niet bezig oude zelfbeelden in stand te houden. Integendeel: je neemt die beelden juist waar als vormen binnen de ruimte, die dus fundamenteler is dan de vormen zelf.

Deze ervaring is betekenisvol als je beseft dat je ware aard bewustzijn is, dat je direct kunt ervaren als ruimte. Elke gedachte, elk beeld van wie je denkt te zijn, elke emotie daarover, elke ego-activiteit is een vorm die dat bewustzijn aanneemt.

Angst voor verdwijnen

Als de gedachtestroom ophoudt die normaal gesproken je besef van zelf in stand houden, kan dat ook angst oproepen. Wie ben je wanneer er geen zelfbeelden meer zijn die je helpen herinneren wie bent? Je kunt dat ervaren als een ondragelijk  gevoel van leegte, van gemis, alsof de bodem onder je wegvalt, alsof je verdwijnt. Het kan voelen alsof je dood gaat. Wat er in feite mist of oplost of dood gaat zijn je zelfbeelden. Niet jij – wie je werkelijk bent –  lost op, de gedachteconstructie wie je denkt te zijn lost op.

Als je dit beseft, kun je zien dat ego-activiteit eigenlijk een vernauwing is van je bewustzijn. Je bewustzijn zoomt als het ware in op een specifieke vorm – nl. een zelfbeeld – en vervolgens denk je dat je die vorm bent en denk en handel je vanuit die vorm. In feite identificeer je dan niet meer met het grotere bewustzijn zelf – wie en wat je werkelijk bent –  maar met een bepaalde inhoud van dat bewustzijn.

‘Ego’ is een vorm die het bewustzijn aanneemt

Vanuit deze ervaringen wordt de verhouding tussen ego en ziel (als ervaring van bewustzijn) helder. Het ego – het ik-besef dat op zelfbeelden is gebaseerd plus de activiteit om die beelden in stand te houden – is dan een specifieke vorm  die de ziel (of het bewustzijn) aanneemt. Het is een soort van ‘mal’, een sjabloon, die al je ervaringen een specifieke kleur geeft. Zolang je vanuit die mal leeft zijn je mogelijkheden om uitdrukking te geven aan wie je in essentie bent beperkt. Je leeft dan per definitie een beperkt leven.

Alle spirituele leringen geven aan dat dit ego moet oplossen wil je werkelijk tot bloei komen. Daaruit zou je de conclusie kunnen trekken dat je van je ego af moet zien te komen of dat ego een soort van vijand is. Ego staat echter niet los van je bewustzijn, je kunt het niet buiten je plaatsen. Als je je ego veroordeelt of er vanaf wilt komen, is dat een vorm van zelfhaat en doe je jezelf geweld aan.

Op je gemak raken met leegte

Een meer vruchtbare manier om met ego om te gaan is, te leren zien wat het eigenlijk is: een complex van zelfbeelden en een voortdurende activiteit om dat complex op z’n plek te houden. Naarmate je die beide componenten leert doorzien kan het stiller en leger worden in jezelf, zonder dat dit je angst inboezemt. Je kunt dit alleen doen als je diep compassie voelt voor die delen in je die altijd met angst op het verlies van ego hebben gereageerd. Gaandeweg kan zich dan het vermogen ontwikkelen om uit te zoomen uit specifieke inhouden van je bewustzijn. Je gaat je op je gemak voelen met ruimte die daardoor ontstaat en met stil gewaarzijn. En je beseft dat je hier altijd naar hebt verlangd, ook al wist je niet waar je precies naar verlangde.

Meer om te lezen

Almaas, Het Niets, Altamira 1997

Winnicott, The Maturational Process and the Facilitating Environment, Karnac 2007

Dit artikel is een vervolg op het artikel ‘Wie zijn wij mensen? Over lichaam, ziel en bewustzijn’

Chris Elzinga
Haarlem, 15 juli 2014